
Geregeld kom ik in mijn werk als medisch adviseur letselschadezaken tegen waarin iemand “een schok” heeft gekregen. Soms gaat het om contact met een stroomdraad tijdens het werk, een defect apparaat of zelfs een schrikdraad op het erf. Aanvankelijk lijkt het letsel vaak mee te vallen, er is geen brandwond, men is niet buiten bewustzijn geweest, maar de klachten die daarna ontstaan, kunnen hardnekkig en divers zijn.
Opvallend is dat er in de medische literatuur nog altijd relatief weinig bekend is over de langetermijngevolgen van elektrocutie. Dat maakt het beoordelen van dit type letsel in een schadezaak soms complex.
Wanneer stroom door het lichaam loopt, kiest die de weg van de minste weerstand: via huid, spieren, zenuwen en bloedvaten naar een ander punt van contact. De schade wordt bepaald door de spanning (hoog of laag), de duur van contact en de stroomweg.
Bij hoogspanning (boven 1000 volt) denkt men al snel aan ernstige brandwonden of spierverbranding. Maar ook laagspanning, zoals huishoudstroom of een elektrische afrastering, kan forse schade veroorzaken als de stroom via vitale delen van het lichaam loopt, bijvoorbeeld hand naar hand of hand naar voet, dus door de borstkas.
Zelfs een kort contact kan leiden tot:
Het bijzondere aan elektrocutie is dat de huid vaak weinig verraadt. Een klein in- of uittredelitteken kan het topje van de ijsberg zijn, terwijl in de diepte spier- en zenuwweefsel beschadigd is.
Neurologisch letsel komt het vaakst voor. Een veelgehoorde diagnose is een perifere zenuwlaesie, zoals een radialisneuropathie, met tintelingen, gevoelsverlies en krachtvermindering in arm of hand. Deze klachten kunnen maanden aanhouden en soms blijvend zijn.
Ook hoofdpijn, duizeligheid, concentratieproblemen en oorsuizen worden regelmatig gemeld. Sommige patiënten ontwikkelen zelfs visusklachten of vermoeidheid die moeilijk te verklaren zijn. Dat maakt elektrocutieletsel berucht in de letselschadepraktijk: de klachten zijn echt, maar het medisch bewijs is niet altijd eenduidig.
Onderzoek (onder meer beschreven in Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde, 2021) laat zien dat elektrische schokken nog jarenlang klachten kunnen veroorzaken. Soms ontstaan nieuwe symptomen pas maanden of zelfs jaren later.
Langdurige gevolgen kunnen zijn:
Het is aannemelijk dat microvasculaire schade, ontsteking en zenuwdegeneratie hieraan bijdragen, maar harde verklaringsmodellen ontbreken nog.
De schrik van een elektrische schok wordt vaak onderschat. Mensen beschrijven een intens gevoel van machteloosheid, letterlijk “verlamd”, dat nog lang kan doorwerken. Een deel ontwikkelt slaapproblemen, vermijdingsgedrag of herbelevingen.
In letselschadezaken verdient die psychische component nadrukkelijk aandacht. Niet zelden is de mentale impact groter dan de zichtbare lichamelijke schade.
Bij een recente elektrocutie is een basale medische beoordeling altijd nodig: ECG, controle van spier- en nierfunctie (CPK, myoglobine), neurologisch onderzoek en observatie bij klachten.
Bij aanhoudende symptomen is verwijzing naar een neuroloog of revalidatiearts zinvol.
Een multidisciplinaire aanpak werkt het best: medische begeleiding, fysiotherapie voor belastbaarheid, en psychologische ondersteuning bij verwerkingsklachten.
Voor de praktijk is belangrijk om te beseffen dat:
In het algemeen is het verstandig om een herbeoordeling pas na minimaal twee jaar te plannen, tenzij volledig herstel optreedt.
Elektrocutie is een zeldzaam maar verraderlijk letsel. Wat aan de buitenkant onschuldig lijkt, kan van binnen aanzienlijke schade hebben veroorzaakt.
Voor letselschadeprofessionals betekent dit: alert blijven, de klachten serieus nemen en bij twijfel medische expertise inschakelen. Want een “klein schokje” kan in de praktijk grote gevolgen hebben.

